Airco is de veelgebruikte afkorting van airconditioning. Het is een toestel dat de lucht in het interieur koelt en ontvochtigt. Een airco werkt met een koudemiddel met een laag kookpunt dat circuleert tussen een compressor en een verdamper.

In de compressor wordt het gasvormige koudemiddel samengeperst tot een vloeistof. Hierbij komt warmte vrij die wordt afgevoerd door de rijwind of ventilator. De vloeistof stroomt nu naar de verdamper, waar lucht voor het auto-interieur doorheen stroomt. Bij het verdampen wordt warmte opgenomen en zo wordt de langstromende lucht gekoeld en daarmee het interieur.

Een ingeschakelde airco verhoogt het brandstofverbruik met 3 tot 10%. De uitstoot van koolmonoxide, koolwaterstoffen en roetdeeltjes (diesel) kan meer dan verdubbelen. Bij verstandig gebruik geeft de airco comfort, terwijl extra brandstofverbruik en uitstoot zoveel mogelijk beperkt worden. De grootste besparing is te bereiken door de airco alleen in te schakelen als het echt nodig is.

Andere belangrijke punten zijn:

• Zet de airco pas enkele minuten na het starten van de motor aan; dit bespaart brandstof en voorkomt onnodige slijtage van de installatie.
• Schakel de airco uit voordat u de motor uit zet; dit voorkomt nare geurtjes door condensvorming en bacteriegroei.
• Gebruik de airco minstens één keer per maand; ook hierdoor wordt stankoverlast en condensvorming voorkomen. Houd de luchtinlaten vrij van blad en ander vuil om verstopping te voorkomen.
• Volg de aanwijzingen in het instructieboekje op.
• Zorg voor jaarlijks onderhoud door een STEK erkend bedrijf om de installatie in goede conditie te houden.